In Eindhoven staan al een tijdje enkele geprinte tiny houses, maar is dit nu de toekomst? Ontwerper Michiel van der Kley denkt van wel, maar er is nog een lange weg te gaan. Zelf is hij momenteel druk aan het experimenteren met een eigen kunststofhuisje dat straks uit de 3D-printer moet spuiten.
Zelf wisselt hij het wonen nog af tussen zijn appartement in Antwerpen en een oude watertoren in Leerdam, maar klein wonen is toch een passie van Michiel. Hij droomt nu van een eigen tiny house naast zijn watertoren. Het ontwerpen combineert hij met een andere passie: 3D-printen. Daarmee is hij niet de eerste. De TU Eindhoven heeft al enkele huisjes geprint en er wordt door meerder mensen geëxperimenteerd in Nederland. ,,Maar dat zou op grotere schaal moeten, vind ik. De huizen in Eindhoven helpen in ieder geval mee om 3D-printen geaccepteerd te krijgen. Dat is fijn.’’
Tekst gaat verder onder de foto
Systeem doorbreken
Michiel is al tien jaar bezig met 3D-printen. ,,Normaal werk ik voor de industrie, vooral de meubelindustrie. Al in de zomer van 2012 kreeg ik het idee dat je met een 3D printer wel eens bijzondere dingen zou kunnen maken. En niet alleen dat, ik vind de gedachte interessant dat je zelf dingen kan maken. Daarmee doorbreek je een systeem. Dit zou je het democratiseren van het produceren kunnen noemen. Je bent niet langer afhankelijk van producenten, aannemers of vakmensen. Je wordt er zelf een!’’
De ontwerper koopt al snel zelf een 3D-printer en gaat de uitdaging aan om ook grotere objecten te maken. ,,Toen kwam ik op het idee om een gebouw te maken dat bestond uit duizenden kleine blokjes die allemaal anders waren. Het omgekeerde van een traditioneel huis van baksteen, waarbij alle stenen hetzelfde zijn.’’ De ontwerper roept anderen op om met hun 3D-printer mee te helpen en zo ontstaat zijn Egg Project. ,,Dat was geweldig. Samen vormden we eigenlijk een fabriek. Het object, een eivormig paviljoen, is daarna op heel veel plaatsen geëxposeerd, waaronder Milaan, Eindhoven, Delft, Düsseldorf, Kerkrade, Madrid en laatst nog in Ulft. Erg leuk allemaal.’’
Tekst gaat verder onder de foto
Dunne plakjes
3D-printen werkt met digitale ontwerpen, die vervolgens door het apparaat worden uitgespoten. ,,Je tekent iets in 3D in een computerprogramma, bijvoorbeeld een vaas. Die vaas wordt dan in een ander programma in dunne plakjes gesneden, dat wordt een bestand dat de 3D printer begrijpt. Vervolgens gaat de printer van coördinaat naar coördinaat en laat intussen materiaal achter op die plaatsen’’, legt Michiel uit. ,,Bij een plastic printer wordt materiaal gesmolten vlak voordat het uit het tuitje komt, bij een betonprinter wordt het materiaal gemengd vlak voordat het uit de spuitmond komt, de nozzle genaamd. De printer gaat elke keer als hij een laag heeft geprint een heel klein stukje hoger en print dan de volgende laag op de vorige laag. Na een aantal uren heb je dan je object.’’
Tekst gaat verder onder de foto
Inmiddels heeft Michiel verschillende meubels geprint en voor Rijkswaterstaat zelfs een betonnen brug. Nu experimenteert hij met het printen van een tiny house. Wat exact de voor- en nadelen zijn van 3D-geprinte huizen moet nog blijken. ,,We zitten nog in een onderzoeksfase, maar als het goed is kunnen we straks tiny houses bouwen die meer als een industrieel product zijn vervaardigd. Daarmee zijn ze efficiënter, duurzamer en hopelijk ook goedkoper dan een traditioneel gebouwd huis. Ik vind het interessant om huizen te kunnen maken die passend zijn en efficiënt. Bij Rijkswaterstaat ging de discussie destijds ook al over het feit dat er steeds minder mensen zijn om het werk te doen. Dat zie je zeker in de bouw. Daarom is het wel geweldig dat we kunnen 3D-printen. Een machine doet alles en omdat het geen handwerk meer is wordt de foutmarge ook een stuk lager.’’
Tekst gaat verder onder de foto‘s
Lange weg
Toekomst is er volgens de innovatieve ontwerper zeker voor geprinte woningen, maar er is nog een lange weg te gaan. ,,We zullen heel veel uit moeten vinden. Ik vind het interessant als we met oplossingen komen die voorheen niet konden of niet bestonden. Daar is tijd voor nodig. Straks kunnen we misschien een systeem hebben waarbij we panelen, met buiten- en binnenwand ineen plus isolatiemateriaal ertussen, ontwikkelen en printen. Dat zou gaaf zijn. Maar denk ook aan organische vormgeving, waar ik erg van hou. Dat is bij normale productie erg lastig, maar juist kinderlijk eenvoudig met 3D-printing. Het gaat weliswaar relatief traag, maar daartegenover staat dat je er eigenlijk niet bij hoeft te zijn. Je werk zit in het voortraject. Als het goed is print de printer zelf. Dat zou een grote pré kunnen zijn als je een huis gaat printen.’’
In Eindhoven heeft de TU al laten zien dat het printen van tiny houses mogelijk is, maar er zitten nog haken en ogen aan volgens Michiel. ,,We moeten ten eerste zorgen dat het betaalbaar is. Dat betekent dat niet alles kan en dat we heel handig om moeten gaan met zowel de ruimte als het materiaal. Ik zou ook graag willen dat het huisje makkelijk schaalbaar is en aangepast kan worden aan ieders wens. Het kan, maar je zit natuurlijk met eisen die er aan een huis worden gesteld, bouwkundig en constructief. Het zou mooi zijn om die eisen en kennis over die materie in een computermodel te stoppen. Dat is mijn droom.’’
Kan niet misgaan
De techniek is er volgens Michiel al. ,,Je hebt dan een huis dat uit modules is opgebouwd in de computer. Je kunt als gebruiker bijvoorbeeld nog kiezen voor een grotere keuken of de slaapkamer toch aan de andere kant. Zolang er geen rode lampjes gaan branden in het model kan het allemaal. Ben je tevreden over de indeling, dan druk je op een knop, en hup, er rollen een berg onderdelen uit die printbaar zijn en aan elkaar bevestigd het huis vormen. Dat is pas bouwen. Er komt geen mensenhand meer aan te pas, totdat je het in elkaar schroeft. Dat kan niet misgaan.’’
Tekst gaat verder onder de foto
De gepassioneerde 3D-printer is al een tijdje bezig met het ontwerpen en proefstukken printen voor zijn eigen tiny house. Tevens onderzoekt hij wat er momenteel allemaal wel en niet mag en dat is een lastig traject. ,,De regelgeving loopt echt hopeloos achter bij onze ambitie. Het zou mooi zijn als je gewoon ergens een lap grond kon kopen en daar je tiny house op kan zetten, waar je ook woont. Het is bijna bij elke gemeente anders. Landelijk schort er ook nogal wat aan. Dat zou echt actief veranderd moeten worden. En het zou fijn zijn als we wat meer gesteund werden hierin. We moeten nog heel vaak veel uitleggen en praten als Brugman voordat het kwartje lijkt te vallen.’’