Er zijn nogal wat zorgen over wat te doen met afgedankte windmolens. Energiegigant Vattenfall is op zoek gegaan naar een tweede leven voor de vele windmolens die de komende tijd worden afgebroken. Een tiny house van de windturbinekop is wel het meest sprekende resultaat van deze zoektocht. Het huisje van 35 m2 is tot en met 27 oktober a.s. te bewonderen op de Dutch Design Week in Eindhoven.

Wonen in een windturbine, vanaf vandaag is dat mogelijk. Vattenfall bouwde samen met designstudio Superuse een nacelle om tot tiny house. De nacelle is het huisje van een turbine. Dit exemplaar, 4 meter breed, 10 meter lang en 3 meter hoog, komt van een turbine die 20 jaar in Oostenrijk stond. Vattenfall wil met het tiny house laten zien hoe materialen op vernieuwende manieren hergebruikt kunnen worden.

Lees verder onder de foto.

Foto: Vattenfall/Jorrit Lousberg

Energie en uitstoot

De komende decennia zullen duizenden windturbines worden afgebroken of worden vervangen. De meeste onderdelen van een windturbine, zoals de fundering, toren, onderdelen van de versnellingsbak en generator, zijn gemaakt van metaal of beton en daarmee goed recyclebaar. Zo kan het staal worden gesmolten en opnieuw worden gebruikt, maar het nadeel daarvan is dat dit veel energie kost en uitstoot veroorzaakt. Het zou beter zijn als de materialen met zo min mogelijk bewerkingen hergebruikt kunnen worden.

Afgelopen jaar nodigde Vattenfall vier ontwerpbureaus uit om na te denken over een tweede leven voor windturbines die het eind hebben bereikt van hun werkende leven. Wij zijn op zoek naar innovatieve manieren waarop je materialen van gebruikte turbines zo veel mogelijk als geheel kunt hergebruiken. Dus met zo weinig mogelijk aanpassingen iets nieuws ervan te maken. Dat scheelt grondstoffen, verbruik van energie en zo zorgen we dat deze materialen na hun eerste werkende leven nog vele jaren nuttig zijn, aldus Director Innovation Thomas Hjort van Vattenfall.

Lees verder onder de foto.

Foto: Vattenfall/Jorrit Lousberg

Slimme voorzieningen

Aan de buitenkant is nog goed te zien dat het tiny house ooit onderdeel was van een windturbine, maar binnen is alles gereedgemaakt voor een comfortabel en huiselijk verblijf. Zo is er een keuken, badkamer en leefruimte. Bovendien is het huis uitgerust met slimme voorzieningen, zoals een warmtepomp, zonnepanelen en een zonnestroomboiler. Het tiny house werd bedacht en ontworpen door Superuse en uitgevoerd door Blade–Made en Woodwave. Het bedrijf koos daarbij voor de moeilijkste oplossing: het ontwerpen van een huis dat voldoet aan het Bouwbesluit, in de kleinst mogelijke nacelle. De gebruikte nacelle is afkomstig van de V80 2MW turbine. Dat is het eerste model waarvan de gondel groot genoeg is voor een tiny house. Nacelles van latere turbines bieden vaak veel meer ruimte. Ondanks de beperkte afmetingen, voldoet het huisje aan het Bouwbesluit en is dus volledig inzetbaar voor bewoning of vakantiegebruik.

Lees verder onder de foto.

Foto: Vattenfall/Jorrit Lousberg

Oplossingen

Van deze generatie zijn zeker tienduizend exemplaren beschikbaar, verspreid over de wereld. Het grootste deel daarvan moet nog ontmanteld worden, vertelt Jos de Krieger van Superuse en Blade-Made. Dit biedt perspectief en een uitdaging voor eigenaren en ontmantelaars. Als zelfs zo’n complex bouwwerk als een huis mogelijk is, dan zijn tal van simpelere oplossingen ook haalbaar en schaalbaar. In samenwerking met Reliving werd het tiny house ingericht met duurzaam geproduceerde en tweedehands meubels, waaronder een tafel van circuform waar materiaal van een gerecycled windturbineblad in verwerkt is. De elektrische installatie werd door Feenstra aangelegd.

Zonnepanelen

Op het dak liggen 4 zonnepanelen met 1800 Watt piekvermogen. Samen wekken ze voldoende stroom op voor het huisje. Elk paneel heeft een eigen micro-omvormer voor 230V wisselspanning. Zo functioneren de panelen los van elkaar. Mocht een paneel defect raken, blijft er dus stroom opgewekt worden. Nog een voordeel is dat er geen grote omvormer nodig is. Fijn, want de ruimte is al tiny. Niet alle stroom van de zonnepanelen wordt meteen gebruikt. Met de zonnestroomboiler wordt zonnestroom gebruikt om warm water te maken. De installatie bestaat uit een elektrische boiler en een zonnestroomverdeler. Deze verdeler zorgt ervoor dat het overschot aan zonnestroom niet aan het net wordt teruggeleverd, maar wordt opgeslagen in de boiler.

Lees verder onder de foto.

Foto: Vattenfall/Jorrit Lousberg

Verwarming

Het tiny house wordt verwarmd en gekoeld door één toestel. Vaak wordt dit airco genoemd, maar het is eigenlijk gewoon een warmtepomp. Deze kan het zonnestroomhuisje aangenaam warm houden. Zelfs bij een buitentemperatuur van maar liefst -15 °C. Ook voor gewone woningen is een lucht-lucht warmtepomp een duurzame oplossing om te koelen en verwarmen. Een gezond binnenklimaat wordt bereikt door decentrale ventilatie met warmteterugwinning.

Ventilatie

Bij de isolatie van de nacelle zijn alle naden dichtgemaakt, waardoor een bijna luchtdichte constructie is ontstaan. Zo kan het luchtverversingssysteem met de decentrale WTW optimaal functioneren. Omdat de nacelle maar weinig grote ramen heeft, is gekozen voor HR++ glas. Omdat het huisje supergoed geïsoleerd is, is de ventilatie heel belangrijk. Bij ventilatie met warmteterugwinning (WTW) wordt gebruikte lucht afgezogen én precies evenveel verse lucht teruggeblazen. De verse buitenlucht wordt voorverwarmd door de warme lucht uit de woning. In het huisje wordt een decentrale WTW gebruikt. Deze wordt per ruimte toegepast en voorkomt het aanleggen van grote luchtkanalen, wat vaak een ingrijpende klus is.

Lees verder onder de foto.

Foto: Vattenfall/Jorrit Lousberg

Auto opladen

Een elektrische of hybride auto kan ook worden opgeladen bij het tiny house. Zo’n thuislaadpunt hoeft niet groot en opvallend te zijn. De nieuwe compacte thuislaadpunten van Vattenfall zijn klein én krachtig, met tot maar liefst 22kW laadvermogen. In het windmolenhuisje is het rustiger aan aangepakt en is het laadpunt begrensd tot 11kW.

Drijvende eilanden

Een andere manier van hergebruik zijn de drijvende eilanden van de windturbinebladen. Een initiatief dat Vattenfall eveneens op de Dutch Design Week presenteert. Denkend aan de steeds meer stijgende zeespiegel kwamen architecten architecten Sonja Draskovic en Jasper Manders van Cepezed op het idee dat windturbinebladen ook kunnen fungeren als drijvende eilanden met daarop woningen, speeltuinen of zonneparken. We weten dat land, zeker in Nederland, ontzettend schaars en kostbaar is. Om met dit materiaal nieuw land te maken is een concept wat veel belooft voor de toekomst., aldus Jasper. Thomas Hjort ziet ook veel potentie in het ontwerp, maar benadrukt dat eerst bewezen moet worden dat visies en ontwerpen van architecten realistisch zijn.

Lees verder onder de foto.

Foto: Vattenfall/Jorrit Lousberg

Niet opbreken

Het idee om van windturbinebladen een eiland te maken begon volgens Sonja bij het materiaal van de bladen. Bij Cepezed staat materiaalsterkte centraal wanneer we een product recyclen. Dat betekent ook dat we het materiaal liever niet willen opbreken, maar juist de originele eigenschappen willen gebruiken waarvoor het product in eerste instantie ontworpen is. Als je het materiaal niet een-op-een kan hergebruiken, hergebruik het materiaal dan voor de eigenschappen die het heeft. Windturbinebladen zijn hol, licht en sterk. Die eigenschappen komen overeen met bootstructuren. Zo kwamen we op het idee van het eiland: misschien blijven de bladen wel drijven.

Nieuwe grond

Sonja legt uit hoe zij daarna de verschillende functies voor de drijvende windturbinebladen bedachten. Met een stijgende zeespiegel en bevolkingsgroei is nieuwe grond een belangrijke aanwinst voor zowel Vattenfall als Nederland. Nederlanders zijn altijd fantastisch geweest in het creëren van land uit water. Dit ontwerp gaat terug naar die culturele achtergrond, waarin we altijd nieuwe grond nodig hebben. We doen nota bene de test hier in Flevoland, een gebied dat eerst slechts water was. Dit eiland is als het ware nieuwe grond op nieuwe grond, geweldig toch? Toen zijn we gaan denken, wat kunnen we met deze nieuwe grond? Zonneparken, speeltuinen, huizen: alles is mogelijk, zolang we maar moedig genoeg waren om op de bladen te bouwen.

Lees verder onder de foto.

Foto: Vattenfall/Jorrit Lousberg

Geen grofvuil

Na een succesvolle drijftest ziet ook Thomas een toekomst voor de drijvende windturbinebladen. Ik zie met dit ontwerp in elk geval geen beelden meer voor me van windturbinebladen die we als grofvuil onder de grond begraven. Bij het hergebruik van windturbinebladen moeten we zorgen dat de nieuwe functie voor de lange termijn is. Dit ontwerp is een ambitieuze mogelijkheid om windturbinebladen te hergebruiken, vergelijkbaar met andere projecten zoals hergebruik voor geluidsbarrières of parkeergarages. Het drijvende eiland heeft iets meer ontwikkeling nodig voordat het klaar is voor gebruik, maar ik zie al veel meer potentiële projecten voor me.