Tiny house-bewoners zoeken graag een plek waar ze kunnen harmoniëren met de natuur. Ze genieten van hun eigen tuin en het groene uitzicht. Je komt zelfs huisjes tegen met begroeide gevels en daken, complete moestuinen en fruitbomen. Maar je kan nog een stap verder gaan. Marcel van Mierlo vond een paar huisjes, die je nauwelijks kunt onderscheiden van hun natuurlijke omgeving. In deel 2 laat hij een cobhuisje en een Zweeds aardhuisje voorbij komen.
Diep in een groot bos in Zuidwest-Frankrijk vind je, als je goed zoekt, het zelfgebouwde cobhuisje van Katherine Wyvern. De kunstenares, prijswinnend schrijfster en cobbouwer heeft jarenlang gereisd over de wereld en voelt dat dit de plek is om een eigen woning te bouwen van klei, stro en water. Katherine’s talent voor vormgeving zorgt voor unieke details en afwerkingen.
Tekst gaat verder onder de foto.
Geaard
Katherine heeft gewoond in Italië, Noorwegen, Duitsland, Frankrijk en Spanje met een tipi of yurt als woning en een paard als vervoermiddel. Ze heeft gewerkt als drukker, lasser en tuinman en schrijft voornamelijk poëzie, fantasie en erotica. Daarnaast maakt ze houtsnijwerk en potloodtekeningen met grafiet. In haar cobhuis voelt ze zich helemaal geaard. ,,Ik woon op twee hectare grond, die ik in 2014 heb gekocht, en besteed veel van mijn tijd aan onze kleine boerderij met een grote moestuin en allerlei soorten dieren.’’
Tekst gaat verder onder de foto‘s.
In 2016 is de duizendpoot zich gaan verdiepen in cob (zand, klei en stro), omdat ze een pizzaoven wilde bouwen. ,,Ik ben een Italiaans boek tegengekomen over de bouw van kleiovens en klei rond ons terrein gaan opgraven.’’ Ze ontdekt dat ze uitstekend bouwmateriaal onder hun voeten hebben, plakkerig maar ook korrelig en sterk. ,,Op ons land stond ook een omgevallen ruïne van een klein stenen huisje. Ik heb de klei in eerste instantie gebruikt om reparaties aan de overgebleven muren uit te voeren.’’
Tekst gaat verder onder de foto.
De kleikunstenares verdiept zich in bestaande cobgebouwtjes en maakt een plan om op de ruïneresten ook de ontbrekende muren te herbouwen. ,,Ik heb alle stenen muren en cob zelf gemaakt. Ik geniet ervan om alleen en onafhankelijk te bouwen. Mijn man heeft geholpen bij het bouwen van het dak, omdat het werken met vijf meter lange spanten mijn fysieke kracht te boven gaat.’’
Backstuga
Begin 1800 leefde Lille Jans (kleine Jan) in een backstuga (aardhuisje) in het Zweedse Zuid-Smaland. Deze huisjes werden deels ingegraven in de grond. De ingegraven wanden waren van steen en de open wand van hout. Vanaf 1600 tot het eind van de 19de eeuw zijn er nogal wat backstuga’s gebouwd in de bossen, vooral tussen twee stukken grond op land dat niet bewerkt kon worden. Vaak werden ze bewoond door arme mensen, soms ook criminelen. De bewoners werkten meestal voor de landeigenaren.
Tekst gaat verder onder de foto.
In de jaren 70 van de vorige eeuw is het huisje van Lille Jans gerenoveerd en werd het een toevluchtsoord voor een familie, die bang was voor de Russen. Inmiddels heeft één van de dochters het huisje volledig gerestaureerd en blijft het dus behouden voor het nageslacht. Meer weten of de backstuga een keer bezoeken? Lees meer op: Lille Jans
Tekst gaat verder onder de foto.
Ter inspiratie
Denk je zelf aan een kleine woning, die wegvalt in z’n omgeving, dan is dit bijzondere TUINKANTOOR ook de moeite om te bekijken. Binnen zijn de muren en het plafond bedekt met multiplex. Als je door de grote glazen schuifdeuren naar binnen loopt, vind je een werktafel, computerbureaus en een open haard.
De Twaalf Ambachten is een centrum voor ecologische technieken met ervaring op het gebied van (half) ondergronds bouwen. In de gratis te downloaden Werkmap Onderlandhuis wordt beschreven hoe je zelf een half ondergronds huis kan bouwen.
Meer informatie over het Onderlandhuis vind je hier.