Bouwexperimenten op het gebied van klein wonen volgen elkaar momenteel snel op. Nieuw? Voor Almere niet! Architecten gaan in 1986 op verzoek van de gemeente al los op tijdelijke en verplaatsbare woningen tijdens de bouwprijsvraag De Fantasie. Na ruim dertig jaar is het wijkje nog steeds in tact en heeft sinds tien jaar zelfs een permanente status gekregen.

In 1982 schrijft de gemeente Almere haar eerste bouwprijsvraag uit onder de naam De Fantasie. Het succes leidt tot een tweede prijsvraag in 1985. Een droomuitdaging voor architecten. Zij mogen zich, ongehinderd door bouwvoorschriften en blijvende marktwaarde, uitleven op het ontwerpen van een tijdelijk, demontabel en verplaatsbaar huis op een kavel van 400 m2. De prijsvraag levert 17 winnaars op, die hun fantasie daadwerkelijk gestalte mogen geven in het midden van het poldergroen aan de rand van de stad.

Tekst gaat verder onder de foto.

Energiehuishouding

Een van de aanvullende eisen in de prijsvraag is aandacht voor de energiehuishouding. Het leidt tot het allereerste huis in Nederland, dat volledig wordt verwarmd door zonne-energie. De architecten geven hun wijkje uiteindelijk de naam De Realiteit als knipoog naar de naam van de prijsvraag: De Fantasie. Het is een bonte verzameling van architectonisch bijzondere woningen, waaronder enkele die tegenwoordig moeiteloos als tiny house door het leven kunnen gaan.

Tekst gaat verder onder de advertentie en foto.

Klik op deze banner voor meer informatie over het grootste Tiny House Festival van Europa.

Charmant huisje

Zo heeft de creatie ‘De naam van het Huis’ van architect Hans Hammink een woonoppervlakte van 24 m2 en een interieur dat je ook vaak in mobiele tiny houses tegenkomt. Hetzelfde geldt voor ‘Ibis’ van architect Michel Koolen. Zijn idee is in 1986 om een tijdelijke verblijfsruimte te realiseren, dat aan bestaande gebouwen kan worden toegevoegd. Het is een charmant huisje met een slaaploft en een driehoekig balkonterras. Klein is zeker ook het ontwerp van Dick Bruijne en Gerard Koppelman, dat zij de bijzondere naam ‘Er vliegt een vogel onder ons huis’ meegeven. Op een Mecano-achtige stalenconstructie is op vijf meter hoogte een houten woondoos geplaatst met twee verdiepingen. Met een keukentje, badkamertje en zitruimte op de eerste verdieping en een grote kamer op de tweede verdieping is er een woonoppervlakte van 40 m2 gecreëerd.

Tekst gaat verder onder de foto.

Gericht op buitenomgeving

Klein is zeker ook het bouwproject ‘Zeiltoren’ van Thijs Gerretsen, dat weinig grondoppervlakte nodig heeft. Het is sterk gericht op de buitenomgeving huisje met uitzichtpunten vanuit de eenvoudige constructie van wandpanelen. Een mobiel tiny house komt in 1986 van de tekentafel van Eduard Böhtlingk. Hij hanteert de slogan ‘Tijdelijk wonen = Mobiel wonen’. Zijn ‘Markies’ ziet er achter de auto uit als een caravan, maar kan op locatie vernuftig worden uitgevouwen tot een huisje dat driemaal zo groot wordt. De ‘Markies’ is de enige experimentele woning, die niet meer te zien is op De Realiteit. Hiervoor in de plaats realiseert Böhtlingk in 2009 zijn ‘OPENhuis’. Een mobiele bouwunit van 30 m2, dat de binnenruimte een laat worden met de omgeving door de lange transparante gevel te openen.

Tekst gaat verder onder de foto.

Geen afscheid

Vijf jaar lang mogen de huisjes van de bouwprijsvraag blijven staan, maar Almere kan geen afscheid nemen van de bijzondere experimenten. De periode wordt enkele malen verlengd, de grond wordt in 2006 verkocht aan de architecten en uiteindelijk besluit de gemeente in 2014 het bestemmingsplan te wijzigen, waardoor het woonwijkje nu permanent realiteit blijft.