Demi Martens is een van de tiny house-pioniers van het project in Harderwijk. Eerder vertelde zij al over haar huisje op Klein Wonen Magazine. Ditmaal doet zij uit de doeken hoe zij het off-grid-leven ervaart.

De gemeente Harderwijk lanceert in 2019 haar project met drie tiny houses aan het Rappad. Uit tien gegadigden worden uiteindelijk drie bewoners gekozen. Zij moeten hun huisje zelf bouwen of laten bouwen en volledig zelfvoorzienend maken. Door de groeiende vraag naar locaties om klein en off-grid te wonen wil de Gelderse gemeente met deze pilot ruimte bieden aan mensen die duurzamer en innovatiever willen leven met een zo klein mogelijke voetafdruk. De proef duurt maximaal tien jaar en de bewoners en gemeente evalueren met elkaar en wisselen ervaringen uit.

Demi ontwierp en bouwde haar tiny house zelf. Foto: Demi Martens

Gemeente wil leren

Bouwkundig adviseur Demi Martens is een van de gelukkige bewoners van het project in de wijk Drielanden. Hoewel de gemeente de proef lanceert als een zoektocht naar pioniers, ziet de 24-jarige Zeewoldse dat heel anders. ,,Ik voel mij niet zo zeer een pionier omdat er in Nederland al veel tiny houses stonden en we hiermee niet de eersten waren. Wel waren er nog niet zo veel huisjes die echt off-grid zijn. Dat was voor ons wel een uitdaging. De gemeente stelde niet heel veel voorwaarden, behalve dat zij ervan wilde leren. Zo wilde de gemeente gaan monitoren of off-grid wonen realistisch is. We houden bij als we perioden hebben zonder stroom of water. Hoe lang kunnen we zonder en wat doen we als het op is? Een aggregaat is hier niet toegestaan, dus als de accu leeg is, is ‘ie ook echt leeg. Ook met lange, droge periodes hebben we dus een heuse uitdaging.’’

Bodem van tank zien

Demi heeft bij haar huisje een wateropslag van 1500 liter. ,,Dat is voldoende voor goed zeven weken droogte. Afgelopen jaar is het mij al twee keer gebeurd dat ik toch wel de bodem van de tank begon te zien. Gelukkig begon het op die momenten weer te regenen en werden de tanks weer gevuld’’, vertelt de bewoonster van het door haar zelf ontworpen tiny house, dat voorzien is van acht zonnepanelen. ,,Uiteindelijk was ik op stroomgebied wel aan het pionieren door keuzes die ik zelf maakte. Zo was ik de eerste in Nederland die een off-grid-stroominstallatie had met omvormers van SMA. Dit kostte de nodige tijd en energie om mijn systeem te leren kennen en om hulp vragen was een dingetje. Nu het allemaal draait zou ik niet meer anders willen. Het systeem doet precies wat ik wil en vraag.’’

De stroominstallatie van Demi. Foto: Demi Martens

Niet verwacht alles op elektra te doen

Door haar acht zonnepanelen is Demi inmiddels voor 99 procent van het gas af. ,,Ik kook heel het jaar rond op inductie, heb in de zomer de airco aan staan om het lekker koel te houden en heb zelfs een elektrische boiler om mijn water te verwarmen. Tot ongeveer een half jaar geleden werd mijn water nog verwarmd middels een gasgeiser. Ik was al een poos aan het kijken voor een elektrische optie ter vervanging van de geiser en toen deze stuk ging was dat het perfecte moment om voor een elektrische vervanger te gaan. Ik heb een 15 literboiler, die mij voldoende water geeft om te kunnen douchen. Ideaal! Persoonlijk had ik niet verwacht dat ik bijna alles op elektra zou kunnen doen. Het enige waar ik nog gas voor gebruik is mijn wonderpan, de voorloper van de oven. Deze wil niet lekker functioneren op mijn inductiekookplaat en speciaal voor de wonderpan heb ik nog een los gaspitje in de keuken.’’

Riolering

Echt helemaal off-grid wonen de tiny house-bewoners uiteindelijk toch niet. Door de aanwezigheid van een riolering binnen veertig meter en risico’s voor de volksgezondheid bij het lozen van het afvalwater via een helofytenfilter is de gemeente min of meer verplicht de huisjes aan te sluiten. Door juist het experimentele karakter van de beoogde off-grid-proef en de kleine kans op gevaar voor de volksgezondheid overweegt zij nog even af te wijken van de regelgeving, maar het prijskaartje voor het verplicht met regelmaat meten van de waarden van de bodemvervuiling doet de gemeente toch besluiten de tiny houses op het riool aan te sluiten. Wel met een off-grid-variant. ,,We hebben er een verrassende constructie voor zitten. Voordat ons afvalwater naar het riool gaat, gaat het eerst door een vetvangput en een helofytenfilter. Deze onderhouden wij zelf en we moeten natuurlijk ook rekening houden met wat we in huis gebruiken en wat dan door het helofytenfilter gefilterd moet worden. Twee keer per jaar komt er een bedrijf om onze filterkwaliteit te meten. Hiervoor hebben we een meetpunt voor het helofytenfilter en een meetpunt erna. In de loop der tijd filteren onze filters steeds beter. Dat is een positieve ontwikkeling!’’, vertelt Demi, die wel een droogtoilet heeft.

Veel bewuster

De jonge off-grid-pionier merkt zelf dat zelfvoorziening haar leven in korte tijd flink heeft veranderd. ,,Zo ben ik veel bewuster geworden van mijn waterverbruik. Gemiddeld verbruikt een regulier spoeltoilet zeven liter water per keer dat het doorgespoeld wordt. Dat gaat dan om schoon drinkwater! Momenteel, met al die watertekorten blijft dat een lastig punt voor mij. Men wil iedere dag douchen, het liefste onder de regendouche en denkt niet na over het waterverbruik. Ten eerste omdat het zo goedkoop is en ten tweede omdat het vanzelfsprekend is. Door off-grid te gaan wonen en dus geen wateraansluiting te hebben, is water niet meer zo vanzelfsprekend. Ik weet niet wat mijn waterverbruik was voor ik in mijn tiny house ging wonen, maar nu ligt het nog maar op ongeveer 200 liter in de week. Het doel is nu om dit getal nog verder omlaag te krijgen en daarmee dus nog langer te doen met mijn watervoorraad.’’

Demi op de veranda van haar huisje. Foto: Demi Martens

Stroomverbruik heel laag

Ook heeft zij veel meer oog gekregen voor het verbruik van stroom. ,,Vaak ben je je niet bewust van hoeveel stroom je verbruikt tot je off-grid gaat wonen. Toen ik net in mijn tiny house woonde, is het mij gebeurt dat er ‘s nachts twee zonnepanelen van mijn dak zijn afgeblazen. Het systeem lag weliswaar met balast van zware stenen op mijn dak, zelfs meer dan voorgeschreven, maar dat was blijkbaar nog niet genoeg. Uiteindelijk heb ik met die harde wind op het dak gezeten om die panelen en constructie van eraf te halen. In ieder geval alles wat nog niet van het dak afgewaaid was. Die winter heb ik vervolgens maar met vier zonnepanelen alles moeten draaien. Dat was weinig, maar ook dat heb ik gered. Hierdoor werd ik heel snel heel bewust van mijn verbruik en nog steeds is dit heel laag. Op een normale dag, waarop de airco niet aan staat maar ik wel kook op inductie, is mijn verbruik 1,2 kWh per dag.’’

Demi monteert de zonnepanelen op haar huisje. Foto: Demi Martens

Koelkast uit

In de winter verlaagt Demi haar stroomverbruik zelfs nog door haar koelkast uit te zetten. ,,Dan gebruik ik een grote emmer met deksel als koelkast. Door deze in de schaduw te houden, houd ik mijn eten en drinken koel. Ik haal dan niet voor een hele week mijn boodschappen, maar ga om de dag naar de supermarkt. Ik probeer dan zo min mogelijk eten en drinken in die koelkast te hebben staan. Mocht er iets misgaan of het toch te warm wordt, gaan er zo min mogelijk etenswaren overstag. De reden dat ik niet een standaard koelkast gebruik in de winter is dat mijn energiesysteem ‘s nachts uit kan, want buiten de koelkast heb ik geen apparaten die 24 uur per dag aan moeten staan. Zo bespaar ik stroom waar ik kan’’, aldus Demi, die wel twijfelt of off-grid wonen de toekomst is. ,,Ik merk dat er veel interesse is in wat het precies is, maar dat het voor velen echt een stap te ver is.’’

Demi’s winterkoelkast. Foto: Demi Martens