Het platteland biedt veel en snelle kansen voor tal van woonvormen. Zowel starters en senioren zijn ermee geholpen en het bevordert de doorstroming. Dat stelt LaCoTa-directeur Wim G. Kromwijk in zijn nieuwe blog.
In het Jaar van de Boerderij 2003 was het concept Wonen van Senioren op Boerderijen heel vernieuwend. Met steun van het VSBfonds mocht ik die nieuwe woonvariant drie jaar lang aanjagen. Een periode met niet alleen veel publiciteit, maar ook tegenwerking. De politiek was nog niet zover en maakte met de Wet Ruimtelijke Ordening initiatieven rond meervoudige bewoning van boerderijen buiten de bebouwde kom vrijwel onmogelijk. Een boerderij opsplitsen in twee woningen was ongeveer het maximaal mogelijke.
Tekst gaat verder onder de foto.
Varianten
Zelf ben ik geboren op een boerderij en hield ik het vertrouwen dat de uitdrukking wie zaait zal oogsten positief kan uitpakken. Inmiddels kent erfdelen heel veel varianten: meergeneratieprojecten, clusters van tiny houses, woonboerderijen, woonzorgboerderijen, clusters met seniorenchalets voor cirkelgroepen, clusters van chalets gecombineerd met starterswoningen voor migranten, clusters gecombineerd met kleinschalige landbouw en/of een voedselbos, enzovoorts.
Regelmatig valt te lezen dat flinke aantallen senioren, maar ook jongere generaties, grote belangstelling hebben voor de rust van het buitengebied. Als het volkshuisvesters lukt om meer senioren te verleiden te verhuizen naar woningen in het buitengebied (desnoods met een verhuispremie), is het een prettige bijkomstigheid dat er direct eengezinswoningen vrijkomen voor doorstroming.
Tekst gaat verder onder de foto.
Tiny house
Zo geldt ook dat volkshuisvesters starters veel sneller aan een woning kunnen helpen, als die starters graag in een tiny house in het buitengebied willen wonen. Gemeenten kunnen namelijk met een tijdelijke ontheffing de bouwstroom voor erfdelen behoorlijk versnellen. Ontheffing van het bestemmingsplan is voor een periode van vijftien jaar mogelijk door een vergunning met afwijking te verlenen. Ook veel senioren kunnen zo voor een periode van vijftien jaar doorstromen naar een door hen gewenste woonvorm. Tegelijkertijd kan de tijd benut worden om voor de tijdelijk bewoonde locaties een definitieve bestemming te vinden. Het is ook niet erg dat die definitieve invulling een aantal jaren op zich laat wachten, want ondertussen draagt de tijdelijke oplossing flink bij aan doorstroming en dat verkleint het woningtekort.
Het mes snijdt voor de overheid aan twee kanten als boerderijen, die vanwege het stikstofbeleid uitgekocht worden, omgetoverd kunnen worden tot woonlocaties. Sterker, als boeren zelf het initiatief nemen, kan de transformatie van hun bedrijfsconcept soms zelfs al rendabel zijn zonder woeste uitkoop. Dat is dan ook veel minder ingrijpend dan een bedrijfsbeëindiging.
Tekst gaat verder onder de foto.
Grotere rol buurten
Als buurtschappen ook zelf actief zoeken naar kleine bouwvlekjes voor erfdelen, wordt substantieel bijgedragen aan de regionale huisvestingsopdracht. Buurten zullen in de nabije toekomst een grotere rol gaan spelen in community care. Welzijn en zorg gaan weer vaker op een kleinschaliger niveau georganiseerd worden, waarbij buurtbewoners gemakkelijker naar elkaar kunnen omkijken. Dat is noodzakelijk om de zorg in Nederland betaalbaar te houden en voldoende aandacht te bieden aan de groeiende groep zorgbehoevende senioren en de groeiende groep mensen met Alzheimer (nu al 300.000). Als mensen aandacht krijgen binnen hun bestaande netwerk of buurt, is er minder vraag naar professionele zorg. Cirkelgroepen zullen in dat kader ook een belangrijke nieuwe woonvariant worden.
Dit artikel was eerder te lezen in Magazine Stedebouw & Architectuur.